Artsen en paramedici doen RSI in de ban

Artsen en paramedici hebben met elkaar afgesproken het verzamelbegrip RSI niet meer te gebruiken. Elf beroepsgroepen hebben hier onder begeleiding van het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat consensus over bereikt. Tijdens het Arm-Nek-Schouder Congres II dat vandaag werd gehouden in Ede is een nieuw begrippenkader gepresenteerd om de klachten te benoemen.

RSI is een bekend begrip in Nederland. De weerstand tegen het gebruik van de term is de afgelopen jaren echter steeds meer toegenomen. Voor patiënten is RSI synoniem aan een vervelende aandoening waar je moeilijk van af komt. Behandelaars zien het begrip als een vergaarbak van aandoeningen van arm, nek en schouder. Er zijn dan ook steeds nieuwe namen en definities geïntroduceerd om klachten in de arm-, nek- en schouderregio beter te beschrijven. De spraakverwarring is hierdoor alleen maar toegenomen.

Het Kenniscentrum AKB, onderdeel van het Erasmus MC te Rotterdam, heeft samen met elf medische en paramedische beroepsgroepen consensus bereikt om RSI en andere termen en definities niet meer te gebruiken. Afgesproken is voortaan uit te gaan van het zogenoemde CANS model. CANS staat voor Complaints of Arm, Neck and/or Shoulder. Het model stelt behandelaars in staat klachten in te delen in specifieke aandoeningen en a-specifieke klachten. De beroepsgroepen hebben gezamenlijk in totaal 23 aandoeningen – zoals bijvoorbeeld de tenniselleboog en carpaal tunnelsyndroom- als specifieke CANS kunnen benoemen. Als de klachten niet te diagnosticeren zijn als één van de 23 aandoeningen, spreekt men voortaan van a-specifieke CANS. CANS is daarmee geen nieuwe diagnose. Het CANS model biedt een nieuwe terminologie waardoor alle behandelaars dezelfde taal spreken. De patiënt zal hier de voordelen van ervaren: door betere communicatie kan sneller de juiste behandeling worden ingezet.

De multidisciplinaire consensus is tot stand gekomen met behulp van de Delphi-methode. Aan 46 afgevaardigden van de beroepsorganisaties van huisartsen, revalidatieartsen, bedrijfsartsen, orthopedisch chirurgen, reumatologen, neurologen, fysiotherapeuten, oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, ergotherapeuten en psychologen zijn vragen voorgelegd. Via herhaalde terugkoppeling van de antwoorden op de vragen is consensus bereikt.

Share on FacebookShare on Google+Tweet about this on TwitterShare on LinkedIn